"Van de een op de andere dag moest ik insuline gaan spuiten"
Aletta vertelt over haar leven met diabetes
Gepubliceerd op: 07 juli 2021Veel dorst en vermoeidheid. Daar had Aletta te Plate (42 jaar) uit Lievelde last van toen ze negen jaar geleden een bezoek bracht aan haar huisarts. Een vingerprikje wees uit dat haar bloedsuikerwaarden veel te hoog waren. “Dan gaan alle alarmbellen al een beetje rinkelen. Een week lang moest ik elke dag nuchter bloed laten prikken. Toen ook die waarden keer op keer te hoog bleken, kwam ik bij de internist in het SKB. Daar was de diagnose snel duidelijk: diabetes, ook wel suikerziekte genoemd.”
“Toen ik het ziekenhuis binnenwandelde had ik de hoop dat het allemaal wel zou meevallen. Maar het viel niet mee. Omdat mijn waarden zo hoog waren, moest ik dezelfde dag nog starten met insuline spuiten. Daar schrok ik van. Ik kreeg insuline én tabletten. De diabetesverpleegkundige gaf me instructies voor het insuline spuiten in mijn buik en samen oefenden we. In het begin was het wel spannend, maar ik dacht vooral: als dit nodig is, dan doen we dat. Ik had geen andere keus dan me dit eigen te gaan maken.”
Stukje vrijheid kwijt
“Het moeilijkste aan diabetes vind ik, dat ik een stukje vrijheid kwijt ben. Eigenlijk heeft alles invloed op mijn bloedsuikerwaarden: eten, drinken, sporten, hormonen, stress, allergieën of een griepje. Als ik iets wil gaan eten, moet ik eerst het aantal koolhydraten invoeren in mijn app. Die berekent dan hoeveel insuline ik van tevoren moet spuiten. Maar ook als ik ga sporten kan ik zomaar overvallen worden door een lage bloedsuikerwaarde. Als die te veel zakt, voel ik me beroerd en kan ik buiten bewustzijn raken. Laatst nog, toen daalden mijn waarden tijdens het hardlopen ineens zo hard, dat mijn man me halverwege moest ophalen.”
Hypo en hyper
Als de bloedsuikerwaarde teveel daalt, komt iemand met diabetes in een hypo terecht. Aletta: “Dan krijg ik het heel warm, ik ga trillen, kan me niet concentreren en krijg oorsuizen. Het voelt een beetje alsof je gaat flauwvallen. Als ik dan niet op tijd suikers eet of drink, dan raak ik buiten bewustzijn. Dat is me al een aantal keren gebeurd. Dat is best beangstigend. Zowel voor mezelf als voor mijn omgeving. Mijn kinderen zijn ook altijd alert op hoe ik me voel.” Een te hoge bloedsuikerwaarde komt ook voor. Dat heet een hyper. Aletta: “Bij een hyper krijg ik hoofdpijn en heb ik het heel warm. Insuline spuiten helpt dan om het weer te laten zakken.”
Zoektocht
“Het is nog steeds een zoektocht naar wat nu wel en niet werkt bij mij. De internist en diabetesverpleegkundige Lonneke helpen me daarbij. Ik heb een meter op mijn bovenarm. Die meet continu mijn bloedsuikerwaarden. Met een app op mijn telefoon kan ik dan altijd zien hoe hoog of laag mijn waarden zijn. Ik kijk er sowieso elk uur op. Vooral omdat mijn waarden vrij onvoorspelbaar kunnen zijn. Daarnaast heb ik ook een ‘ouderwetse’ meter, waarbij je een vingerprik moet doen. Als ik een hypo heb doe ik ook altijd een vingerprikmeting.”
Deel van mij
“Nu, negen jaar na de diagnose, is diabetes echt een deel van mij en mijn leven. En dat zal altijd zo blijven. Ik kan me al bijna niet meer voorstellen dat ik vroeger van alles deed zonder erbij na te denken. Nu ga ik nooit de deur uit zonder een flesje cola, insuline en mijn meter. Maar ik hou enorm van gezelligheid en ik laat me niet beperken door diabetes. Soms heb je van die dagen met wat minder structuur: een verjaardag, dat soort dingen. Dat wil ik ook gewoon kunnen blijven doen. Voor mijn diabetes misschien niet het meest ideaal, maar van die dagen geniet ik juist heel erg!”
Diabetesverpleegkundige Lonneke Bonhof
“Het hebben van diabetes is heel intensief. Dat doe je er niet even bij. Het is hard werken en vraagt continu alertheid, omdat bloedsuikers de hele dag door wisselen. Aletta heeft diabetes type 1 en bij haar zien we veel schommelingen. Die geven direct vervelende klachten, maar de gevolgen op lange termijn moeten ook niet onderschat worden. Het is niet erg als iemand soms een hypo of hyper heeft. Maar als het vaak gebeurt, kan dat schade aanbrengen aan bijvoorbeeld de ogen, bloedvaten, het hart, de nieren en zenuwen. Door de juiste medicijnen en aanpassingen in leefstijl proberen we dat zoveel mogelijk te voorkomen. Maar dat vraagt veel van iemand. Als diabetesverpleegkundige begeleid ik mensen daarbij. Met de een heb ik een paar keer per jaar contact, met de ander wekelijks. We doen wat op dat moment nodig is. Mijn missie is om het iets draaglijker te maken. En er samen voor te zorgen dat diabetes past in iemands leven in plaats van dat iemand zich volledig gaat aanpassen aan de diabetes.”
Diabetesverpleegkundige Lonneke Bonhof: BIG 19058766530.