Slechtziendheid
Met het ouder worden neemt de kans op slechtziendheid toe. Driekwart van de slechtzienden/blinden is ouder dan 65 jaar.
Oorzaak
De belangrijkste oorzaken van visusproblemen (problemen met het zicht) op oudere leeftijd, zijn: maculadegeneratie, glaucoom, staar en suikerziekte. Soms is een goede behandeling mogelijk, zoals vervanging van de ooglens bij staar, maar vaak zijn de behandelmogelijkheden door de oogarts beperkter en voornamelijk gericht op voorkomen van verergering van de klacht en niet op genezing of verbetering. Hulpmiddelen zoals een leesloep kunnen dan nog enige uitkomst bieden.
Bij 10-15% van de zeer slechtziende ouderen (visus <30%) ontstaat het syndroom van Charles Bonnet. Hierbij hebben mensen last van levendige, complexe visuele hallucinaties (zien van dingen die er niet zijn), waarbij hun realiteitstoetsing ongestoord is (men weet wel dat het niet echt is wat men ziet).
Gevolg en behandeling
Slechtziendheid kan het dagelijks leven van ouderen sterk negatief beïnvloeden. Ze worden afhankelijk van hulp, raken makkelijk sociaal geïsoleerd en vereenzamen. De geriater zal altijd vragen naar de visus en problemen die hierdoor kunnen zijn ontstaan. Zo nodig wordt doorverwezen naar de oogarts, opticien of hulpmiddelenverstrekker. Ook wordt advies gegeven over hulp en dagbesteding.
Een deel van de informatie op deze webpagina is gebaseerd op de volgende bron: www.nvkg.nl.