Plas- en poepproblemen bij kinderen
De Pipo poli is er voor kinderen van circa 3 tot 18 jaar met plas- en/of poepproblemen. Het gaat om zindelijkheidsproblematiek, maar ook het later opnieuw in de broek plassen of poepen komt regelmatig voor. Daarnaast worden bedplassen, obstipatie, terugkerende urineweginfecties of urologische afwijkingen bij voorkeur behandeld binnen de Pipo poli.
Wanneer een afspraak maken?
Ieder kind dat net zindelijk is, kan nog wel eens een plas- en/of poepongelukje hebben. Dat is heel normaal. Als uw kind:
- Regelmatig plas- en/of poepongelukjes overdag heeft
- Bang is om te poepen, hiervoor om een luier vraagt
- Moeite heeft met poepen of harde poep heeft
- Afhankelijk is van een luier ook op latere leeftijd (vanaf 4 jaar)
- Regelmatig in bed plast nadat hij/zij 7 jaar is geworden
- Heel vaak kleine beetjes moet plassen
- Haast heeft om op tijd een toilet te vinden om te kunnen plassen
- Of moet persen tijdens het plassen
dan is er misschien meer aan de hand en is het raadzaam een afspraak te maken bij een kinderarts binnen het Pipo team.
Afspraak maken
Een afspraak maken kan met een verwijsbrief van een huisarts. U kunt een afspraak in laten plannen bij de kinderarts via het secretariaat van de poli Kindergeneeskunde. Zij zijn bereikbaar via telefoonnummer 0543 54 43 50.
Spreekuur
De Pipo poli in het SKB is onderdeel van Kindergeneeskunde (route 4.7). Het spreekuur wordt gehouden door een vast team dat gespecialiseerd is in deze problematiek. Soms hebben u en uw kind een afspraak met één zorgverlener en soms met meerdere zorgverleners van het incontinentieteam. Deze professionals bieden structuur in de behandeling en begeleiding en hebben een wekelijks overleg waarin zo nodig de behandeling wordt aangepast.
Verschillende zindelijkheidsproblemen
Zindelijkheidsproblemen komen regelmatig voor. Hieronder volgen een aantal voorbeelden.
Spanning en onzekerheid:
Op vierjarige leeftijd, als uw kind naar school gaat, wordt verwacht dat hij of zij zindelijk is. Als dit voor die tijd niet lukt, roept dat vaak spanning en onzekerheid op bij ouders. Door de tijdsdruk wordt de spanning en irritatie verhoogd. Dit komt de zindelijkheidstraining meestal niet ten goede. Ook komt het voor dat kinderen, na een periode van zindelijkheid, in de schoolperiode opnieuw problemen ontwikkelen zoals in de broek plassen en/of verlies van ontlasting. De oorzaak wordt dan onderzocht.
Verstoord plaspatroon:
Kinderen vanaf acht jaar die nog in bed plassen, hebben soms een verstoord plaspatroon en geen goede blaascontrole overdag.
Urologische afwijkingen:
Er zijn ook aangeboren urologische afwijkingen die onder de aandacht van het team komen.
Angst:
Soms durven kinderen niet op een potje of het toilet hun behoefte te doen en komen daardoor niet van de luier af of laten alles in de broek lopen.
Obstipatieproblemen:
Andere kinderen houden hun ontlasting zo lang op dat het pijnlijk wordt. Deze negatieve ervaringen kunnen een vicieuze cirkel vormen (obstipatieproblemen). Ontlasting verliezen in de onderbroek kan hiervan een gevolg zijn en leiden tot sociaal onwenselijke omstandigheden en schaamte.
Probleem verhelpen
Afhankelijk van de problematiek en de inschatting van de kinderarts, kan het probleem van uw kind wellicht in enkele consulten met de urotherapeut worden verholpen. Soms wordt ook de orthopedagoog en/of bekkenfysiotherapeut erbij betrokken. In sommige gevallen kan het zindelijkheids- of incontinentieprobleem niet verholpen worden met poliklinische afspraken. Een klinische opname voor observatie, diagnostiek en training kan dan nodig zijn. Dit wordt altijd vooraf met u afgestemd.