Pijn na een operatie
De aandacht voor postoperatieve pijnbestrijding is de laatste jaren flink toegenomen. Pijn die draaglijk is, bevordert herstel, geeft minder complicaties en stress en draagt bij aan een verhoogt comfort bij de patiënt.
De (acute) pijnservice van het Streekziekenhuis Koningin Beatrix streeft sinds 2006 samen met de verpleegkundigen naar lage pijnscores na een operatie. Om inzicht te krijgen hoeveel pijn u heeft, wordt vier keer dag uw pijn gemeten. Daarnaast dient u direct aan te geven als u teveel pijn ervaart. De verpleegkundige kan u dan op tijd de juiste medicijnen geven.
Vrijwel elke patiënt krijgt paracetamol tegen de pijn. Vaak wordt diclofenac toegevoegd. Om maagklachten te voorkomen krijgt u daarnaast ook een maagbeschermer voorgeschreven. Wanneer veel pijn wordt verwacht na de operatie worden ook morfinepreparaten voorgeschreven in de vorm van een tablet, capsule of injectie. U hoeft niet bang te zijn voor verslaving of gewenning.
Bij grote pijnlijke ingrepen kan de anesthesioloog in sommige gevallen een PCA-pomp (Patient Controlled Analgesia) voorschijven. Met deze pomp heeft u zelf, binnen vooraf bepaalde grenzen, de controle over de pijnstilling. Zodra u meer pijn voelt, kunt u zichzelf door een druk op een knop een hoeveelheid medicijn toedienen via het infuus. Bij de ruggenprik of de plexusverdoving kan een catheter worden achtergelaten om het geopereerde gebied nog enige tijd licht te verdoven.
De pijnservice is vanaf de dag van de operatie beschikbaar bij pijnproblemen. Bij patiënten met een ruggeprik- of plexus catheter na de operatie komt vanaf de eerste dag dagelijks een medewerker van de pijnservice langs. Deze evalueert de pijnstilling en mogelijke bijwerkingen en past deze zo nodig aan.