Ga direct naar inhoud

Pijn bij kanker

Matige tot ernstige pijn komt voor bij 30 tot 40% van de patiënten met kanker ten tijde van de diagnose, bij 40 tot 70% tijdens de behandeling en bij 70 tot 90% in een vergevorderd of terminaal stadium. In meer dan de helft van de gevallen is er sprake van meerdere soorten pijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen nociceptieve pijn en neuropathische pijn:

  • Nociceptieve pijn wordt veroorzaakt door weefselbeschadiging
  • Neuropathische pijn kan worden gedefinieerd als pijn ten gevolge van beschadiging van het perifere of centrale zenuwstelsel (zenuwen).


Pijnbestrijding kan hierbij een belangrijke rol vervullen. Daarnaast staa nwe ook stil bij uw eventuele angst en onzekerheid. Angst voor pijn kan verminderd (of voorkomen) worden door goede voorlichting over de mogelijkheden van pijnbestrijding. Graag geven wij u, in alle rust, zo nodig meerdere keren, deze informatie.

Indien de pijn niet onder controle te krijgen is door de behandelend specialist of (verpleeg)huisarts, kan deze de pijnservice oproepen ter ondersteuning. Na een pijnanamnese zullen we onze bevindingen overdragen aan de arts en het behandelplan starten met als doel u een zo optimaal mogelijke pijnvermindering te kunnen verlenen.

Het doel van een (pijn) behandeling is om de pijn op een acceptabel niveau te brengen met aanvaardbare bijwerkingen. Dit niveau is voor iedereen anders en iedere persoon reageert anders op pijnmedicatie. De uitspraak 'niemand hoeft pijn te lijden' is dan ook misleidend, maar om onnodige pijn te voorkomen, moet steeds een optimale pijnbestrijdingstechniek voor de patiënt worden uitgevoerd. Dit neemt niet weg dat er binnen het kader van de pijnbestrijding nog vele mogelijkheden overblijven die beslist moeten worden aangegrepen. Dit bespreken we graag met u.

Wanneer u uit het ziekenhuis wordt ontslagen, informeren wij uw huisarts over de gestarte pijnbehandeling. Ook bestaat de mogelijkheid van telefonisch contact bij vragen en/of problemen.

Direct naar