Maculadegeneratie (slijtage van het netvlies)
Maculadegeneratie is een aandoening van het centrale deel van het netvlies (de gele vlek, of "macula"). Deze aandoening wordt ook wel ’slijtage’ van het netvlies genoemd. In het netvlies liggen lichtgevoelige cellen (staafjes en kegeltjes) die een rol spelen bij het omzetten van licht in beelden. In de macula liggen veel kegeltjes bij elkaar. Deze nemen kleuren en contrast waar en zijn nodig om details te kunnen zien. Bij maculadegeneratie sterven deze kegeltjes langzaam af. Het scherpe zien neemt daardoor af en er kan een vlek in het midden van het zicht ontstaan.
De belangrijkste vormen van maculadegeneratie
Er zijn twee belangrijke vormen van maculadegeneratie:
- de erfelijke vorm die op jonge leeftijd al optreedt;
- de vorm die meestal optreedt vanaf 50 jaar, ook wel leeftijdsgebonden maculadegeneratie genoemd.
De leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) komt het vaakst voor en is te onderscheiden in:
- Droge LMD: dit begint met bleekgele afzettingen (drusen) in de macula en vermindering van het aantal kegeltjes. Dit proces gaat zeer langzaam en het kan jaren duren voordat het zicht hierdoor achteruit gaat. Het is belangrijk om bij droge LMD te letten op een vertekening van het zicht, zoals het zien van een bocht in een raamkozijn of scheve badkamertegels. Dit kan een teken zijn van ’natte’ LMD.
- Natte LMD: hierbij verloopt het verlies van gezichtsvermogen sneller. Deze vorm van LMD ontstaat als er bloedvaatjes achter de macula gaan groeien waardoor er vocht en bloed in of onder het netvlies komt. Dit beschadigt de netvliescellen met een litteken als gevolg. Dit litteken zorgt voor een afnemend gezichtsvermogen. Bij natte LMD raken de beelden vervormd.
Wanneer er sprake is van vervormingen in het beeld, moet u binnen een week een afspraak maken, via verwijzing van uw huisarts.
Onderzoek
Om maculadegeneratie vast te stellen wordt eerst uw gezichtsscherpte en gezichtsvermogen getest. Met behulp van druppels wordt uw pupil groter, zodat de arts het netvlies kan onderzoeken. Soms is aanvullend onderzoek nodig, zoals een OCT (macula scan), of een fluorescentie angiografie.
Behandeling van LMD
Droge LMD is helaas niet te behandelen of te voorkomen. Er zijn voedingssupplementen op de markt waarvan is aangetoond dat bij het gebruik hiervan, de kans op verslechtering van LMD iets kleiner wordt. Vraag hiernaar bij uw oogarts.
Natte LMD is meestal te behandelen door middel van ooginjecties met bloedvatgroei-remmers. In het glasvocht wordt een geneesmiddel ingebracht (Avastin, Lucentis of Eylea). Het doel van deze behandeling is om het gezichtsvermogen te stabiliseren of verdere achteruitgang te beperken. Verbetering van het zicht komt slechts in sommige gevallen voor. De injecties moeten regelmatig herhaald worden, variërend van één keer per vier weken tot één keer per 12 weken. In een enkel geval wordt het oog met laser of photodynamische therapie behandeld.
Mensen met een ernstige vorm van LMD kunnen gebruikmaken van hulpmiddelen, bijvoorbeeld bij het televisiekijken of lezen. Hiervoor kunt u terecht bij speciaal opgeleide ’low vision’ specialisten.