"In één vakantie belandde ik twee keer op de Spoedeisende Hulp"
Wil Farber vertelt over haar kennismaking met het SKB
Gepubliceerd op: 30 april 2021Het gips was nog geen 2 uur van haar pols af, toen Wil struikelde over een paar wilde kastanjes en wéér op de Spoedeisende Hulp terecht kwam. “Stomme pech”, noemt Wil Farber (74 jaar) uit Elst het, die ten tijde van de val verbleef op een camping in Eibergen.
“Mijn eerste kennismaking met het SKB was op 1 september vorig jaar. Toen liep ik door een val van mijn fiets een dubbele breuk in mijn pols op. Na een aantal weken was dat hersteld en mocht het gips eraf. Die middag gingen we meteen lekker op pad. Maar of dat zo’n goed idee was.. Ik struikelde en voelde meteen dat het niet goed zat in mijn rechter bovenarm.” Wil en haar man, die ook Wil heet, wisten inmiddels de weg naar het SKB en klopten aan bij de SEH. “We baalden wel. In al die jaren dat we op de camping in Eibergen komen, hebben we nooit iets gehad. En nu zaten we in één vakantie voor de tweede keer op de SEH.”
Zoveel menselijkheid
De gipsmeester die ’s ochtends het gips van Wil had verwijderd, zag ’s middags in het systeem dat ze weer in het ziekenhuis was. “Hij herkende mijn naam en kwam speciaal even kijken om te vragen wat er gebeurd was. Dat vonden wij wel bijzonder. Dit had hij niet hoeven doen, maar hij deed het wel. Daaruit spreekt zoveel menselijkheid.” Diezelfde middag bleek dat Wil een dubbele breuk had in haar bovenarm. Ze kreeg een mitella en moest rust houden.
Geen nummer
Omdat we in Elst wonen, zou het logischer zijn om voor de controles naar een ziekenhuis bij ons in de buurt te gaan. Maar dat wilden we niet. We ervaren zoveel rust hier in het ziekenhuis. We voelen ons hier absoluut geen nummer en merken dat ziekenhuismedewerkers echt met je meeleven. Inmiddels zit de laatste controle bij de chirurg erop. Alles is goed geheeld. Voor de restklachten die Wil nog heeft, gaat ze naar een fysiotherapeut in Elst.
“We hopen natuurlijk de komende vakanties in Eibergen zonder kleerscheuren door te komen. Maar het is een geruststellende gedachte om te weten dat, als er dan toch iets gebeurt, we in het SKB in goede handen zijn.”