Ga direct naar inhoud

'Ik ben blij dat ik weer kan wandelen en fietsen'

Wilma had een levensbedreigende bloedvergiftiging

Gepubliceerd op: 13 november 2024

Bijna niemand gelooft haar wanneer Wilma Asmann (66) uit Lichtenvoorde vertelt dat ze haar onderbeen en delen van haar vingers heeft moeten laten amputeren vanwege een niersteen. Toch is dat waar. Want dat kleine niersteentje veroorzaakte een levensbedreigende bloedvergiftiging, waardoor haar vingers en voeten begonnen af te sterven. 

Het begon allemaal met pijn bij het plassen, in oktober vorig jaar. Wilma vertelt: “Uit een urinemonster bleek dat ik een niersteen had. De huisarts gaf me een injectie en schreef pillen voor, dan zou het met een week of twee over moeten zijn. De volgende dag voelde ik me ziek en kreeg ik pijn in mijn benen, rug en nek. ’s Nachts raakte ik erg verward en bracht mijn man Hans me naar het ziekenhuis. We kregen te horen dat ik levensbedreigend ziek was. Een vastzittend niersteentje had een gaatje geprikt in mijn urineleider, waardoor bacteriën uit mijn urine in mijn bloedbaan terecht waren gekomen. Ik had bloedvergiftiging, ook wel sepsis genoemd.”  

In coma
In het SKB werd Wilma dezelfde dag nog geopereerd: er werd een omleiding aangelegd van haar nieren naar haar blaas (een zogenaamde dubbel J-katheter), zodat de urine niet langer door het gaatje zou weglopen. Omdat ze erg onrustig was en haar toestand snel verslechterde, werd ze na de operatie in coma gebracht. De volgende dag werd ze met een mobiele IC-unit naar het ziekenhuis in Enschede overgebracht.

Afwachten
Terwijl Wilma in coma lag, begonnen haar vingers en voeten te verkleuren: ze waren aan het afsterven. Via het infuus kreeg ze antibiotica toegediend om de bloedvergiftiging te bestrijden. Wilma: “Verder konden de artsen alleen maar afwachten. Gelukkig sloeg de antibiotica aan en konden ze me na ruim een week uit coma halen. Al snel kreeg ik te horen dat mijn onderbeen en een deel van mijn vingers geamputeerd moesten worden. Vooral van mijn onderbeen vond ik dat erg, want ik hou van wandelen en fietsen. Zou ik dat ooit weer kunnen doen?” 

Zelfstandig redden
Wilma werd weer overgeplaatst naar het SKB, waar de operaties plaatsvonden. In totaal heeft ze acht weken in het ziekenhuis gelegen. Daarna moest ze nog zes weken revalideren bij Revalidatiecentrum Roessingh in Enschede, waar ze ook een beenprothese kreeg aangemeten. “Daar vroegen ze aan me: wat is uw doel? Ik zei dat ik me zelfstandig wilde kunnen redden en weer wilde kunnen wandelen en fietsen. Dat is gelukt. Natuurlijk ervaar ik in het dagelijks leven wel wat ongemakken, zo kan ik geen aardappels meer schillen en heb ik moeite om bepaalde deksels of doppen open te draaien. En ik heb een speciale fiets nodig, met lage instap en terugtraprem. Ik kan niet meer zo ver wandelen als vroeger, maar ik heb tenminste geen rolstoel meer nodig. Daar ben ik al heel blij mee.” 

Positief van nature
Wilma heeft heel wat verschillende artsen en verpleegkundigen aan haar bed gehad, zoals een uroloog, een revalidatiearts en een plastisch chirurg. Volgens de artsen heeft Wilma het vooral aan haar goede conditie te danken dat ze zo goed hersteld is. “Ook vonden ze me zo positief. En dat was ik ook wel, dat is mijn natuur. Daarbij speelde de ontzettend fijne verzorging die ik in het ziekenhuis kreeg zeker mee. Maar mijn kleindochter was het beste medicijn! Zij is vanaf het begin veel bij me geweest. We hebben een heel speciale, bijna telepathische band.” 

Botte pech
Omdat ze veel van wat er allemaal is gebeurd niet meer weet, heeft Wilma veel aan het dagboekverslag dat haar dochter heeft gemaakt tijdens haar ziekenhuisperiode. Ze vindt het best heftig om sommige stukken te lezen. “Voor Hans en onze kinderen is het ontzettend zwaar geweest, zij waren echt bang om me kwijt te raken.” Angst dat het nogmaals gebeurt, heeft Wilma niet. “Dit was gewoon botte pech. Maar de uroloog in het SKB heeft wel voorgesteld om elk jaar een scan te maken om me te controleren op nierstenen. En dat vind ik toch wel een geruststellend idee.” 

Menno Beukema, internist-intensivist

“Sepsis heet ook wel bloedvergiftiging. Het is letterlijk een vergiftiging van het bloed, waardoor het zich door het hele lichaam verspreidt. Een sepsis is een heftige reactie van het lichaam op een bacterie, schimmel, virus of parasiet. Bijvoorbeeld een infectie aan de longen of een blaasontsteking. De klachten bij een sepsis zijn in eerste instantie ‘vaag’, zoals koorts, suf en verward zijn en (spier)pijn in het hele lichaam. Geen klachten waarbij je meteen denkt aan hevig ziek zijn. Daardoor is het moeilijk in te schatten hoe ernstig een situatie is en te voorspellen hoe dit vervolgens verloopt. Iemand met een infectie of ontsteking wordt in ons ziekenhuis opgenomen, daar bestrijden we de infectie of ontsteking en dan is het afwachten hoe het lichaam verder reageert. Sepsis kan blijvende schade geven aan organen, zorgen voor hartfalen of trombose met amputatie tot gevolg. Maar sepsis is ook een belangrijke doodsoorzaak in Nederland.”

“Patiënten met een sepsis behandelen we multidisciplinair. Dit betekent dat we de situatie met meerdere specialisten binnen ons ziekenhuis of met specialisten van andere ziekenhuizen bespreken. Soms zelfs met de Kern IC in Enschede van ons regionetwerk. Beslissingen worden dus niet door één specialist genomen, maar samen met andere zorgprofessionals. Soms wordt besloten dat iemand overgeplaatst moet worden naar een ander ziekenhuis, soms kan iemand bij het SKB blijven maar houden we altijd contact met het ziekenhuis in Enschede.”

 

Direct naar