Ga direct naar inhoud

Gynaecologie

De verpleegafdeling Gynaecologie (route 6.1) is een onderdeel van de Vrouw-kindeenheid. Hier worden de patiënten met een gynaecologische aandoening verpleegd. Wanneer u met uw gynaecoloog afspreekt dat u opgenomen wordt voor een operatieve ingreep, dan wordt de opnamedatum in overleg met u gepland. U krijgt dan op de poli Gynaecologie een informatieboekje over uw operatie en adviezen/leefregels voor na de operatie mee. Zo weet u wat u kunt verwachten tijdens en na opname, wat u wel of niet kunt of mag.

De oproep voor de operatie

De donderdag in de week voor de opname neemt een medewerker van de afdeling Opname (route 8.3) telefonisch contact met u op. U hoort dan op welk tijdstip wij u verwachten voor de operatie. De opnamedatum is dan definitief (zie ook de informatie onder het kopje Opname in het ziekenhuis). Voor u wordt opgenomen wordt er een afspraak gemaakt voor een gesprek op het Pre-operatieve spreekuur. Tijdens dit spreekuur heeft u dan een gesprek met een verpleegkundige, apothekersassistente en anesthesioloog ter voorbereiding op de operatie. 

Voorbereiding thuis

U kunt zich thuis al voorbereiden op uw opname. Lees hiervoor de folder opname en verblijf, de folder van de anesthesie en de gynaecologische folder specifiek voor uw aandoening door. Zo weet u wat u te wachten staat en wat u mee kunt nemen naar het ziekenhuis. Tevens is het handig om af te spreken wie de contactpersoon is. Informatie over uw welbevinden wordt alleen aan uw contactpersoon verstrekt ter bescherming van uw privacy.

De opname

De dag van de opname komt u op de afgesproken tijd op de afdeling Vrouw-Kind (route 6.1). Daar krijgt u een gesprek met een verpleegkundige van de afdeling waarbij u informatie ontvangt over het verdere verloop van uw verblijf in het ziekenhuis. Op de afdeling Vrouw-Kind ligt u meestal met een andere gynaecologische patiënte op de kamer. Daarna wordt u verder voorbereid voor de operatie. De verpleegkundige brengt u naar een voorbereidingsruimte, waar de verpleegkundigen aldaar verder voor u zorgen. Van daaruit gaat u verder naar de operatiekamer.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Zodra het kan, haalt de verpleegkundige van de afdeling Vrouw-Kind u weer op. Uzelf of de verpleegkundige kan dan de contactpersoon bellen als dit zo afgesproken is, om te vertellen hoe het met u gaat. De verpleegkundige komt regelmatig bij u langs om controles te doen (bloeddruk, wond, pijnbeleving), drinken en zo gauw het weer mag eten aan te bieden. Hebt u klachten, meld ze dan bij de verpleegkundige. Meestal kan er wat aan gedaan worden. Hoe lang u in het ziekenhuis moet blijven, is afhankelijk van het soort ingreep en het verloop van het herstel. Tijdens uw verblijf mag u bezoek ontvangen.

Ontslag

U mag met ontslag als u voldoende hersteld bent en uw behandelend specialist u hiervoor toestemming geeft. U moet zelf uw vervoer naar huis regelen, zelf rijden wordt met klem afgeraden. Degene die u ophaalt kan bij de hoofdingang een rolstoel meenemen om u van de afdeling naar de uitgang te vervoeren. Bij ontslag krijgt u mee:

  • Een controleafspraak bij uw behandelend specialist
  • Een brief voor uw huisarts
  • Recept voor eventuele medicijnen


Informatie opname in buitenlands ziekenhuis

Door een opname of behandeling in een buitenlands ziekenhuis kunt u besmet zijn geraakt met de MRSA-bacterie. Als u in een buitenlands ziekenhuis bent geweest, wilt u dit dan meteen melden bij de afdeling Opname. Lees meer over de MRSA-bacterie.

Direct naar