Fayèn werd geopereerd aan haar ogen
Minder moe uit school
Gepubliceerd op: 30 mei 2024Omdat haar beide ogen naar buiten gedraaid stonden, kwam Fayèn Rooks (4) uit Groenlo vaak vermoeid en met hoofdpijn uit school. Een operatie was nodig om de stand van haar ogen te corrigeren. Gelukkig mocht haar knuffelschaapje bij haar blijven, dat maakte het een stuk minder spannend.
Fayèn had al vanaf haar babytijd last van strabismus. Dat is een afwijking in de stand van de ogen, waarbij de ogen niet op hetzelfde punt gericht zijn. De aandoening is beter bekend onder de naam scheelzien. Bij Fayèn stonden beide ogen soms naar buiten gedraaid, het ene oog iets verder dan het andere. Haar moeder Sanne vertelt: “Bij het consultatiebureau zeiden ze eerst dat het misschien vanzelf over zou gaan. Maar hoe ouder Fayèn werd, hoe meer ze er last van kreeg. Ze zag soms dubbel of liep tegen de deurpost op, omdat ze die niet goed zag. Toen ze net op school zat, merkten we helemaal goed dat ze er last van had. Ze was erg moe en had vaak hoofdpijn. Op de buitenschoolse opvang viel ze regelmatig op de bank in slaap.”
‘De orthoptist nam alle tijd om onze vragen te beantwoorden’ - Sanne, de moeder van Fayèn
Knuffelschaapje
Het consultatiebureau had Fayèn toen al doorverwezen naar de orthoptist van het SKB. In eerste instantie kreeg ze oefeningen. Ze moest een poppetje naar haar neus brengen en daar met beide ogen naar kijken, zodat haar binnenste oogspieren sterker zouden worden. Sanne: “Maar helaas gaf dat niet genoeg verbetering. De orthoptist vond het een goed idee om te opereren. Zo’n operatie doet de oogarts en daarbij worden de oogspieren zo aangepast dat de ogen in het midden komen te staan. Als ouders hebben we hier wel over getwijfeld, omdat Fayèn wel met beide ogen kon focussen. Haar ogen stonden dus wel recht als ze ergens naar keek. Maar omdat het haar zoveel energie kostte, besloten we toch om het te doen. We kregen een boekje mee met duidelijke uitleg, gericht op kinderen. Daardoor werd het minder spannend voor Fayèn, en ook voor ons. De orthoptist nam ook alle tijd om onze vragen te beantwoorden. De enige vraag die Fayèn had, was of haar knuffelschaapje bij haar mocht blijven tijdens de operatie. Toen de orthoptist zei dat dat mocht, was het goed.”
‘Na de operatie kreeg ik een raketijsje van de ogendokter’ - Fayèn
Jurk met dierenplaatjes
Op de dag van de operatie trok Fayèn haar favoriete K3-jurk aan, dat maakte de dag voor haar minder spannend. “Maar in het ziekenhuis kreeg ik een andere jurk. Die was ook heel mooi, er stonden dierenplaatjes op. De ogendokter zei dat ik zelf een droom mocht bedenken. Mama zat naast mijn bed en mijn knuffelschaapje lag bij me. Ze kregen allebei net zo’n mutsje op als ik.” De operatie duurde niet lang, ongeveer drie kwartier. Toen Sanne bij Fayèn op de uitslaapkamer kwam, was Fayèn al wakker. Ze had gelukkig geen pijn, maar ze zag wel wazig. Fayèn: “Maar ik kreeg van de ogendokter een raketijsje en toen ging het al beter.”
Minder moe
Vóór de operatie had Fayèn al even een kijkje genomen in de speelkamer op de kinderafdeling. Na de operatie wilde ze daar meteen naartoe. Sanne: “Dat was een goed teken, ze voelde zich prima.” Na een paar controles mocht Fayèn dezelfde dag nog naar huis. De eerste dagen bleef ze wat wazig zien. Ook bleven haar ogen nog wel een maand rood en bebloed. Toen dat allemaal was weggetrokken, merkte Sanne al snel dat het beter ging met haar dochter. “Ze kwam een stuk minder moe uit school en klaagde ook niet meer over hoofdpijn.”
Onder controle
Na drie maanden ging Fayèn voor controle naar de orthoptist. Die kon gelukkig vaststellen dat de operatie geslaagd was. “Wel is het belangrijk dat we de oefeningen met het poppetje blijven doen, zodat haar binnenste oogspieren sterk blijven. Over drie maanden hebben we weer controle, want de orthoptist wil graag zeker weten dat het goed is en blijft. Voor mij als moeder is het ook een fijn idee dat ze het in de gaten blijven houden”, aldus Sanne.
Scheelzien
Scheelzien, noemen we ook wel strabismus. Het betekent dat twee ogen niet samen op één punt gericht staan. Daardoor kan een lui oog (het oog ziet steeds minder) of dubbelzien ontstaan. Er zijn verschillende manieren van scheel kijken, bijvoorbeeld naar binnen of juist naar boven gericht of een combinatie. Sommige mensen hebben altijd last van scheelzien, anderen alleen op sommige momenten zoals bij vermoeidheid. Meestal ontstaat scheelzien op kinderleeftijd, maar het kan ook op latere leeftijd ontstaan.
De oorzaak van scheelzien is niet altijd bekend, maar het kan door een aantal factoren ontstaan. Bijvoorbeeld erfelijkheid, (infectie)ziekten, een oogbewegingsstoornis of een ongeval. Bij scheelzien, word je behandeld door een orthoptist en een oogarts. De orthoptist weet alles over de stand van de ogen en over brilsterktes (bij kinderen), de oogarts voert de operatie uit. In eerste instantie wordt gekeken of het scheelzien minder wordt door bijvoorbeeld het voorschrijven van een bril. Als dit niet voldoende helpt, dan kan een oogspieroperatie de oplossing zijn waarbij de oogspieren verplaatst of verkort worden.