Ga direct naar inhoud

Arm uit de kom

Het ‘uit de kom gaan’ van de bovenarm wordt ook wel schouderluxatie genoemd. De kop van de bovenarm zit dan gedeeltelijk (subluxatie) of helemaal (totale luxatie) niet meer op zijn plek in de schouderkom. In beide gevallen voelt u veel pijn en kunt u de schouder niet of slechts beperkt gebruiken. 

Vaak is er sprake van een verrekking van de zenuwen rondom de schouder. Dit geneest meestal volledig binnen drie maanden. Als de bovenarm eenmaal uit de kom is geschoten is de kans groter dat dit nog een keer gebeurt. 

Klachten

Bij een uit de kom geschoten bovenarm voelt u een felle pijn in uw schouder. Door de verkeerde positie van het bot staan de spieren, pezen en gewrichtsbanden erg strak. Daardoor is de arm bijna niet meer te bewegen.

Als de bovenarm naar voren uit de kom is geschoten zult u de arm een beetje naar buiten gedraaid hebben en houden, dan is de pijn het minste. Aan de voorkant van de schouder ziet u een verdikking. Dat is de bovenarmkop die uit het gewricht is geschoten. 

Als uw arm naar achteren uit de kom is geschoten zult u uw arm een beetje naar binnen gedraaid tegen uw lichaam laten handen. De verdikking zit dan aan de achterkant, maar dit is niet altijd goed te zien. 

Naast de pijn en verdikking krijgt u ook last van een snel opkomende zwelling, een verdoofd gevoel in uw schouder of arm, krachtverlies en/of verkleuring. Er kan schade ontstaan in de weefsels rondom het gewricht. Ook het kraakbeen op de botten kan beschadigd raken. Bij mensen vanaf veertig jaar kunnen ook de spierpezen beschadigd raken.

Oorzaken

Een uit de kom geschoten arm ontstaat meestal door een val of stoot. De schouder kan ook uit de kom schieten door een plotselinge beweging. Bij sommige sporten komt dit vaker voor, zoals bij voetbal, rugby, skiën, hockey en basketbal. Een uit de kom geschoten arm kan ook worden veroorzaakt doordat de gewrichtsbanden en/of pezen niet sterk genoeg zijn. 

Overmatig elastische gewrichtsbanden

Sommige mensen hebben vaker last van een arm uit de kom of schouderinstabiliteit door overmatig elastische gewrichtsbanden. Dit wordt ook wel hyperlaxiteit genoemd. Omdat de kop van de schouder groter is dan de schouderkom, is het schoudergewricht erg flexibel. De gewrichtsbanden moeten het gewricht bij elkaar houden. Als deze banden te elastisch zijn, kan de kop van de bovenarm gemakkelijk uit de kom schuiven. Bij sommige mensen is dit aangeboren, maar dit kan ook het gevolg zijn van veel sporten.

Diagnose

Een arm uit de kom is in de meeste gevallen goed te zien aan de positie van de bovenarm ten opzichte van de schouder. Toch maakt de arts vaak nog een röntgenfoto om te controleren op ander letsel zoals een botbreuk. 

Behandeling

Om de pijn en zwelling tegen te gaan raden wij u aan om uw schouder gedurende vijftien tot twintig minuten te koelen met ijs of een ‘cold pack’. Leg het ijs niet rechtstreeks op uw huid (kans op bevriezing), maar doe er een handdoek tussen.

Als uw arm uit de kom is geschoten moet u altijd naar de huisarts of de spoedeisende hulp. De arts plaatst de arm dan weer terug in de kom. Vanwege de strak aangespannen spieren gaat dit niet altijd gemakkelijk. Meestal krijgt u spierverslappers, zodat het terugplaatsen van de arm gemakkelijker gaat en minder pijn doet. 

Als de arm terug in de kom is, zal de pijn meteen verminderen en is in principe elke beweging weer mogelijk. Als dat goed gaat, kunt u de arm langzaamaan steeds meer belasten. Soms wordt u naar de orthopedisch chirurg verwezen voor nader onderzoek of naar de fysiotherapeut voor revalidatie.

Operatie

In sommige gevallen moet de schouder tijdens een operatie terug in de kom worden geplaatst. Een operatie voorkomt in de meeste gevallen ook dat de arm opnieuw uit de kom schiet. De orthopedisch chirurg kan u hierover informeren. 

Herstel

Het normale genezingsproces duurt één tot drie maanden. In deze periode is de kans groter dat uw arm opnieuw uit de kom schiet. U kunt daar met uw activiteiten rekening mee houden. Na drie maanden moet u de schouder weer normaal kunnen gebruiken. Meestal spreekt uw arts een controle met u af. In de volgende gevallen neemt u zelf contact op met uw arts:

  • als u na de eerste dagen nog veel pijn heeft;
  • wanneer bewegen na meerdere weken nog niet goed mogelijk is;
  • als het niet lukt om uw arm steeds meer te belasten;
  • wanneer uw arm opnieuw uit de kom gaat of als u het gevoel heeft dat uw arm steeds uit de kom lijkt te gaan.
Direct naar