Allergietesten (provocatietest)
Denkt u dat uw kind een koemelkallergie heeft, dan is het belangrijk dat dit zo snel mogelijk geconstateerd wordt. Op een veilige en eenvoudige manier, zonder dat het al te belastend is voor u en uw kind. Dit kan in het Streekziekenhuis Koningin Beatrix in Winterswijk. Hier worden kinderen op verdenking van koemelkallergie getest na een voorafgaand polikliniekbezoek bij de kinderarts.
De testmethode die men in het SKB hanteert staat bekend als de gouden standaard onder kinderartsen. Een kinderarts, die allergie als aandachtsgebied heeft, en een gespecialiseerd verpleegkundige begeleiden uw kind.
Kinderen met koemelkallergie
Kinderen met een eventuele koemelkallergie huilen veel, spugen, kunnen huiduitslag hebben en zelfs problemen met de luchtwegen. De oorzaak zou een koemelkallergie kunnen zijn. De kinderartsen en verpleegkundigen van het SKB werken met de voedselprovocatietest. Dit is de meest betrouwbare manier om een eventuele voedselallergie zoals koemelkallergie uit te sluiten. De test wordt gedaan bij baby’s, peuters,en kleuters en gebeurt in een gecontroleerde omgeving.
Veiligheid staat voorop. Het kind wordt tijdens de test continu bewaakt door professionele hulpverleners. En mocht het kind een allergische reactie krijgen, dan kunnen de kinderarts en de verpleegkundigen op tijd reageren en de gevolgen ervan meteen behandelen. De officiële naam van de test die in het SKB wordt gedaan is de gesloten provocatietest, dubbelblind en placebogecontroleerd. In enkele kindergeneeskundige praktijken van grotere ziekenhuizen in Nederland wordt deze test ook toegepast. Wat dat betreft gaat het SKB mee in de nieuwste ontwikkelingen.
Hoe werkt de voedselprovocatietest?
De gesloten voedselprovocatietest werkt als volgt: Een kind waarbij een voedselallergie vermoed wordt en hiervoor verwezen wordt naar de polikliniek kindergeneeskunde, wordt gezien door een kinderarts die hier ervaring mee heeft. Vervolgens worden twee testdagen afgesproken in het SKB met een tussenpoos van een week. Bij een koemelkallergie wordt vóórafgaand aan de eerste dag van de test het kind vier weken lang thuis met koemelkvrije voeding gevoed. Geeft de moeder borstvoeding, dan volgt zij een koemelkvrij dieet. Zo wordt een periode gecreëerd waarin het kind geen koemelk binnenkrijgt. Bijkomend voordeel is dat het kind alvast kan wennen aan de testvoeding. Bij de test in het ziekenhuis krijgt het kind de ene dag koemelkhoudende voeding aangeboden en de andere dag voeding zonder koemelk. Dit is het placebo waar in de test over gesproken wordt. De test wordt dubbelblind gedaan.
Dit betekent dat niemand van de direct betrokkenen weet op welke dag het kind welke voeding krijgt. Dus zowel de behandelend arts als de verpleegkundigen en ouders zijn hiervan niet op de hoogte. Met deze geheimhouding wordt heel strikt omgegaan, want hiermee staat of valt de betrouwbaarheid van de test. Omdat niemand van de betrokkenen weet hoe de voeding over de beide testdagen is verdeeld, voorkom je dat er bij hen al een vooronderstelling bestaat dat het kind allergisch reageert. Na de laatste testdag volgt een polikliniek bezoek waarbij de kinderarts kan zien op welke testdag het kind welke voeding heeft gehad. De kinderarts beoordeelt vervolgens de resultaten van de test en stelt vast of het kind een allergie zou kunnen hebben.